Backpacking, Orcas en mijn laatste dag
Blijf op de hoogte en volg Vince
11 Juli 2014 | Verenigde Staten, McMinnville
De zondag dat we terug reden van de Twin Falls kreeg ik een smsje dat Katie naar Sequim zou gaan (een plaats aan de kust en de Olympic mountains), een plaats waar ik al naartoe wilde omdat Zane daar woonde. Een dag later dus zat ik in de auto voor de 5 uur durende trip naar Sequim! Alles valt naadloos samen op mijn reis en ook dit kwam weer heel goed uit. Uiteindelijk ben ik 2 weken in Sequim gebleven, iets wat ik van te voren niet echt had gepland, maar Sequim is wel een van de meest geweldige plaatjes die er zijn. Het is het meest droge stadje in the North-West omdat het in de regenschaduw van de Olympics ligt, het heeft een oud centrum en de tijd heeft hier een klein beetje stil gestaan. Zane woont een beetje buiten het stadje in een mooi huis met de grootste ADHD maar ookwel leukste hond die ik ooit gezien heb. Ook in Sequim heb ik eigenlijk geen moment stil gezeten. We zijn de dag nadat we aankwamen naar het enorm blauwe (en koude) Crescent lake gegaan waar we hebben gezwommen, we zijn naar een waterval gehiked en naar Hurricane Ridge gegaan, een plek hoog in de Olympics vanwaar je over de hele Olympics kan uitkijken, daar hebben we een hike helemaal naar de top gedaan, door en in de sneeuw, waar het uitzicht nog beter was. Al vantevoren hadden we besloten dat we een backpacking trip wilde doen, dus na veel geplan en uit verkrijgen van spullen hebben waren we na een dag planning klaar voor onze 3 daagse backpacktrip. Na eerst oneindig lang op een gravel weggetje de Oympics ingereden te zijn kwamen we aan bij het begin van de Trail. Het was Tubel Cain trail waar we begonnen. In totaal hebben we denk ik wel iets van 30-40 kilometer gelopen wat toch wel zwaar is met een enorme backpack op je rug. De eerste dag sliepen gingen we naar een mijn, waar we voor een stukje in konden, een WW2 B-nogwat crashsite (waar een vliegtuig was neergestort en het nog steeds lag) en waar we uiteindelijk bij een lake eindigden en daar onze tent hadden opgezet. Onze map sloeg eigenlijk nergens op, niet gedetailleerd genoeg en de afstanden klopten ook niet, en in de mist was het bergop toch wel erg lastig om uiteindelijk het lake te vinden. Uiteindelijk vonden we het, het was klein, heel blauw en heel koud en er was helemaal niemand. We hebben de tent opgezet, eten en een vuurtje gemaakt. De volgende ochtend zagen we de enige mensen die we op de hele trip zouden zien, een koppel die we even bij het meer zagen. Nadat we onze tent hadden opgebroken gingen we verder de berg op. Ons plan was om naar een pass te gaan en dan bij Camp Mystery onze 2e nacht te verblijven. Het was vaak enorm mistig, soms nog geen 10 meter zicht, maar soms was het heel even open (kortom, heel onbetrouwbaar weer). Naarmate we verder de bergen in gingen, werd het toch wel wat lastiger. Met een map waar je eigenlijk niks aan had en een stijl pad dat telke voor een deel in de sneeuw verdween voordat het ergens zigzaggend boven ons er weer uit kwam, begonnen we toch wel een beetje te twijfelen of dit nou wel zo slim was om door te gaan. We zaten over 2 kilometer hoog met niets en niemand behalve bergen, bossen en riviertjes om ons heen. Het was prachtig en de mist maakte de kliffen waar we langs liepen nog veel mooier, maar de omgevinge was niet te zien, en dus ook niet echt de bergen. We waren al een keer in een circel gelopen (geklommen) en toen we vervolgens nadat we 3 meter redelijk steil over sneeuw omhoog een ridge op waren geklommen, verder liepen en toen een verkeerd pad kozen dat niet was aangegeven, hadden Zane en ik beiden het idee dat het toch maar slim was om terug te gaan hoewel we dat beiden echt niet wilden. We hebbe op een iets lagere ridge tussen de bomen (en konijnen) ons kamp opgezet en zijn naar beneden gegaan om water te halen. Het klaarde soms een beetje op, iets wat heel goed was maar nooit meer dan een beetje en het was niet tot de volgende dag dat we de schoonheid van dit gebied zagen. We werden rond 5 uur wakker en het was helemaal helder, nergens ook maar 1 wolk. We zeiden oke lets go, we pakten breakfast in, deden al onze kleren aan die we hadden (het was veelste koud) en begonnen met onze hike/klim naar de top van Buckhorn mountain, iets wat we al van plan waren voordat we aan de backpacking trip begonnen. We zagen de zon opkomen wat een prachtig gezicht was omdat het de bergen en de sneeuw (die we nu opeens wel allemaal konden zien) een oranje achtige gloed gaven. Na elke corner konden we eigenlijk niet geloven wat we nu weer zagen. Alleen maar besneeuwde bergtoppen zover als het oog reikte. Na een goede klim naar de top, stonden we toch wel echt on top of the world. We hadden een geweldige 360 view die niet in foto’s of woorden te beschrijven is. We zagen Canada, de San Juan Islands, Mount Rainer, Mount St Helens, Mount Hood, downtown Seattle en de Olympics. Ik denk dat we op zijn minst wel 200-300 kilometer ver konden zien en dit uitzicht was het mooiste uitzicht dat ik ooit gezien heb. Nadat we op de top breakfast hadden gegeten en ietsvan 2-3 uur rond hebben gekeken en geklommen was het tijd om terug te gaan, we hebben de campground opgeruimd en na een lange tocht helemaal terug kwamen we rond een uur of 4-5 terug bij Zane’s huis. De rest van mijn tijd in Sequim hebben we gekayakt, naar het strand geweest, wat van zijn vrienden ontmoet, naar Deer Park mountain geweest, waar we hoog in de bergen een zeeeeer mooie zonsondergang hebben gezien met 2 vrienden van Zane, we hebben wat gewerkt in de tuin voor Zane zijn vader, we zijn naar een rivier geweest, we hebben met zijn zus een mooie hike een andere berg op gemaakt waar we bij een meer met trout en watersalamanders eindigden en we hebben nog tig andere dingen gedaan die ik allemaal vergeten ben op te schrijven. Ook aan mijn tijd in Sequim kwam een einde en na 2 weken bracht Zane me naar Port townsend vanwaar ik een boot zou nemen en dan een bus, van een plek die ik nog niet eens wist (het OV is hier echt ongelooflijk verwarrend) om vanuit daar naar Anacortes zou gaan vanwaar ik met de Lemoine familie 5 dagen mee zou gaan op een sailingtrip bij de San Juan Islands. Op de ferry heb ik iets van 15 groepen mensen gevraagd of zij naar Anacortes gingen en of ik dan een lift kon krijgen en uiteindelijk nadat ik de hoop bijna had opgegeven omdat ik de hele boot ongeveer had gevraagd, kwam er een mevrouw die ik al eerder had gevraagd dat ik toch wel mee kon, en zo had ik toch nog een ride! Eenmaal in Anacortes was de familie Lemoine (en oma) er nog niet dus heb ik maar wat rond gelopen in Anacortes. De avond brachten we door in een hotel en de volgende morgen was het alweer Nederland – Mexico (en ja ik heb alle Nederland wedstrijden gezien). Na de wedstrijd, een goed humeur en goed weer gingen we op pad naar en daarna met de zeilboot. Het was een mooie 10 meter zeilboot, niet t groot maar ook niet te klein, eigenlijk perfect. We vertrokken de eerste dag naar Spencer Spit, waar we de nacht door zouden brengen. Eigenlijk de hele trip hebben we geweldig weer gehad (alleen maar zon) en ook die zondag hadden we prachtig weer. Toen we aankwamen zijn we met een klein motorbootje naar het strand gegaan en hebben we wat rondgeklooid. Ik wilde graag buiten slapen dus ik heb zegmaar op de zitbank buiten geslapen, iets waar ik zeker geen spijt van heb gehad. Er was geen wolkje aan de hemel, de maan was er ook niet, en er waren sterren in overvloed. De volgende dag zouden we naar Friday Harbor zeilen, maar niet nadat we gezwommen hadden in de oceaan. Het was heel koud, iets van 10 graden, maar ook heel erg verfrissend. In Friday harbor hebben we wat rondgelopen en hebben we de nacht doorgebracht. De volgende dag zijn we naar Reid Harbor gedaan, een aanlegplaats in baai van een eilandje dat een national park is. Ook daar zijn we weer het water ingesprongen en zijn we op onderzoek uit gegaan op het land. De volgende dag hadden we een beetje het plan om walvissen te gaan zoeken omdat die daar allemaal in de buurt zitten. We hadden wat inlichtingen opgedaan en onderweg zagen we heel veel boten (stuk of 8) op ons af komen. Wij afvragend wat die daar nou allemaal deden, niet bedenkend dat ze misschien wel is allemaal met de walvissen mee aan het varen waren. En vervolgens zien we overal opeens vinnen uit het water komen, en jawel, de walvissen zijn gevonden!! Het waren niet zomaar walvissen, het waren Orca’s. Wij waren allemaal heel excited en het is toch wel een heel speciaal gezicht om in totaal wel 15-20 verschillende Orca’s naar boven te zien komen in verschillende groepen. We besloten om met ze mee te zeilen, maar we waren niet de enige. Maar naarmate de uren verstreken waren er steeds minder boten en hadden we de Orca’s zogezegd voor onszelf. Het was een majesteus gezicht om die enorme beesten door het water te zien zwemmen. We volgden verschillende groepen helemaal de grens over naar Canada en ze kwamen zelfs zover uit het water dat we gedeeltes van hun buik zagen.
De volgende dag (donderdag voor iemand die er nog iets van snapt) ging ik met een ferry en vervolgens met een shuttle terug naar Tacoma, waar Jonny woont. Ik wilde graag bij hem the 4th of July vieren, onafhankelijkheids dag en dus eigenlijk een feestdag. Ik ben blij dat ik dat gedaan had, want het was heel erg leuk. We gingen eerst naar het waterfront, waar allemaal attracties en tentjes waren, het was een stralende zon en iedereen had wel iets roods of blauws aan en velen hadden (natuurlijk) de Amerikaanse vlag aan, op welke manier dan ook. Daarna zijn we naar een huisfeest van een van Jonnys vrienden geweest. Ik kende daar helemaal niemand, maar zo zijn de Amerikanen nou eenmaal, dat maakt ze geen zak uit. Later op de avond was er nog een enorme vuurwerkshow waar we ook naartoe geweest zijn, al met al, het was dus wel een geslaagde avond. De volgende dag zijn we met een paar vrienden naar een lake gegaan en hebben we daar de hele dag rondgehangen, we misten de eerste ferry die naar at eiland (met t lake) ging omdat het te druk was en onze auto er niet in paste, 2 uur gewacht (naja gevoetbalt) en toen konden we er wel weer op. Op de terugweg was het ook weer zo’n lange rij en we dachten dat we het niet zouden maken, maar wonder boven wonder waren wij de allerlaatste auto die mee terug kon. De volgende dagen hebben we het wat rustiger aan gedaan. Jonny werkte een deel van de dag en ik heb een beetje lopen Pennyboarden, een soort van het nieuwe skateboarden, ik had er nog nooit van gehoord voordat ik hier kwam, maar ik neem het zeker mee terug naar Nederland. Ik heb ook nog voor een van Jonny’s rijke buren gewerkt en ik kreeg maar liefst 20 dollar per uur, dus ik had met weinig uren toch nog redelijk wat geld verdiend. Vandaag, vrijdag 7 augustus is mijn laatste echt dag hier in de States, morgen vertrek ik naar Vancouver, Canada, waar ik mijn ouders en zussie!! Na 8 maanden en 3 dagen (of zo iets) weer ga zien. We gaan rondtouren in een RV voor ietsvan 3 weken waar ik heel veel zin in heb. Ik heb heel veel zin ze weer te zien, maar aan de andere kant markt dat toch echt het einde van mijn tijd hier in de States. Het was zo geweldig, ik wil eigenlijk niet meer terug, en het gaat heel moeilijk worden afscheid te nemen van dit land dat mij zoveel heeft gegeven. Ik wist dat die tijd zou komen, maar dat maakt het niet minder zuur. Ik weet zeker dat ik hier nog terug kom en wie weet is dat wel voor goed. Ik weet ook zeker dat ik hier mensen heb ontmoet waar ik mijn hele leven vrienden mee zal blijven en die mij, met hun perspectief op de wereld, heel veel geleerd hebben. Ik weet dat ik hier altijd welkom ben en altijd een dak boven mijn hoofd zal hebben, en ik weet dat dit mijn beste jaar ooit met de beste mensen ooit is geweest en dat dit een jaar is wat ik nooit, maar dan ook nooit, zal vergeten.
Take care,
Vince
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley